Update onderzoek 2023
Q & A Verplaatsings- en Bestedingsonderzoek
Deze Q&A wordt tussentijds aangevuld en aangepast op basis van vragen en opmerkingen,
die bij ons binnenkomen.
die bij ons binnenkomen.
Algemene vragen
- Wat is het doel van het onderzoek?
Bieden van inzicht in feiten over de relatie tussen mobiliteit en bestedingen. Dit doen we door verdiepend in te zoomen op het bezoekgedrag naar vervoersmiddel, motieven en bestedingen. We kijken niet alleen naar de ‘platte’ verdeling, maar ook naar het bezoekgedrag van unieke bezoekers over een langere periode (bezoeken). Dit is een aanvulling/verdieping op veel bestaand onderzoek, zoals koopstromenonderzoek of standaard bezoekersonderzoek. - Wat heb ik aan de resultaten?
Veel centra zijn in ontwikkeling. De druk op de ruimte neemt toe door meer woningen, vergroening, verduurzaming en meer verblijven. De consument is kritisch en verandert. Het economisch functioneren van centra hangt sterk samen met de bereikbaarheid en mobiliteit. Een goede en genuanceerde visie op de mobiliteit is nodig. Om deze visie te kunnen maken en het proces daaromheen goed te kunnen doorlopen is inzicht nodig in de feiten. Dit onderzoek draagt bij aan een genuanceerde en op feiten gebaseerde discussie. De resultaten leggen we vast in één hoofdrapport met alle deelnemende centra. Per centrum maken we één verdiepingsrapport voor meer inzicht en duiding. - Kan ik met mijn centrum (of meerdere centra) ook meedoen?
Ja. Vanwege het succes met de eerste editie van het onderzoek in 2023, start het Platform Binnenstadsmanagement in het voorjaar van 2024 met een volgende ronde en nieuwe groep centra. U kunt zich inschrijven via platform@binnenstadsmanagement.org. U krijgt van ons dan nadere informatie over het onderzoek, zoals het plan van aanpak en de prijs. Voorbereidingen starten begin 2024. Veldwerk staat gepland in oktober 2024. Het onderzoek is geschikt voor alle typen centra, zoals wijkwinkelcentra, perifere concentraties, dorpscentra en binnensteden. - Wat is de meerwaarde ten opzichte van koopstromenonderzoek of ander bestaand onderzoek?
Het onderzoek is een aanvulling/verdieping op resultaten uit koopstromenonderzoek. Waar het koopstromenonderzoek ‘slechts’ inzicht geeft in enkele ‘platte’ informatie, zoals de verdeling naar vervoersmiddel en de gemiddelde bestedingen in winkels en horeca, gaat dit onderzoek veel dieper in op het bezoekgedrag van verschillende typen bezoekers in relatie tot vervoersmiddelkeuze en mobiliteit. Bovendien zoomen we in op aspecten als de loyaliteit (aan een bepaald vervoersmiddel), de beweegredenen om wel/niet voor een vervoersmiddel te kiezen en de bestedingswaarde naar vervoersmiddel over een langere periode. Ten opzichte van standaard bezoekersonderzoek ligt de focus hier écht op de relatie tussen mobiliteit en bestedingen. De vragenlijst en analyse is specifiek voor dit thema ingericht met voldoende diepgang.
Representativiteit en onderzoeksmethode
- Hoe wordt rekening gehouden met incidenteel bezoek?
De basis van het onderzoek is bezoekersonderzoek via face-to-face straatenquêtes in een representatieve periode voor het gehele jaar. We vragen zowel naar het bezoekgedrag ‘doorgaans’ als over de afgelopen maand. Een incidentele bezoeker zal aangeven géén bezoeken te hebben gedaan in september, maar via de ‘doorgaans’ vraag weten we wel hoe vaak de respondent op jaarbasis komt. - Op welke locaties en tijden wordt geënquêteerd?
Per centrum doen we een maatwerkvoorstel voor enquêtelocaties, dagen en tijden. We gaan standaard uit van een doorlooptijd van circa 2-3 weken. We enquêteren op verschillende dagen en momenten om een representatief beeld te krijgen, denk aan dinsdagmiddag, zaterdag, koopavond, marktdag, etc. Enquêteurs positioneren we op ‘neutrale’ en verschillende plekken in het centrum, om te voorkomen dat we bijvoorbeeld (te) veel enquêtes op halen bij een parkeergarage of een station. - Tel je fietsers en voetgangers niet te zwaar mee, omdat de trefkans hoger is in de steekproef?
De methode van dit onderzoek is zorgvuldig tot stand gekomen door meerdere onderzoeksbureaus en vele centra. We houden in de steekproeftrekking rekening met verschillende vervoersmiddelen en trefkans, door juist op ‘neutrale’ locaties te enquêteren. De representatieve verdeling naar vervoersmiddel wordt gepresenteerd. We verdiepen dit door uitspraken te doen van het bezoekgedrag over een langere periode van unieke bezoekers (met meerdere bezoekmomenten). Door in te zoomen op het gedrag en beweegredenen ontstaat inzicht in waarom mensen voor een bepaald vervoersmiddel kiezen en hoe dit samenhangt met aspecten als reistijd, verblijfsduur, bezoekfrequentie en bestedingen. Dit verdiepende inzicht is nodig om keuzes te maken over mobiliteitsingrepen in centra.
Interpretatie uitkomsten
- Hoe zijn de gemiddelde bestedingen berekend?
We berekenen het gemiddelde op de groep mensen die ook daadwerkelijk iets besteed hebben. De gemiddelde besteding is daardoor een soort gemiddeld bonbedrag. We delen niet door de ‘0-waarden”, ofwel mensen die niks besteden. Daardoor kan je niet zomaar het aantal bezoeken x gemiddelde besteding doen. Je kan ook niet de gemiddelde bestedingen per sector of per vervoersmiddel bij elkaar optellen. Overigens hebben we per centrum wel in beeld wat de verhouding is tussen wel- en niet-besteders. Dit beeld kan per centrum verschillen. - Hoe is de verdeling naar vervoersmiddel berekend?
In de resultaten maken we diverse kruisingen met vervoersmiddel. Denk aan de gemiddelde besteding per vervoersmiddel, de gemiddelde besteding naar branche per vervoersmiddel, de relatie tussen vervoersmiddel en afstand, de relatie tussen vervoersmiddel en persoonskenmerken en de relatie tussen vervoersmiddel en bezoekmotieven. Hierdoor presenteren we niet alleen de ‘platte’ verdeling uit de steekproef, maar gaan we dieper in op het gebruik van een bepaald vervoersmiddel. - Wordt in het onderzoek een denkfout gemaakt door meerdere bezoekmomenten mee te nemen in het aandeel van de omzet?
Nee, er wordt geen denkfout gemaakt. Ons onderzoek legt een focus op het bezoek- en bestedingsgedrag van een unieke bezoeker die meerdere bezoeken doet. Onderstaande figuur geeft dit schematisch het beste weer en is een nadere visualisatie op basis van de data van de 18 centra die in 2023 hebben deelgenomen. Een unieke voetganger komt gemiddeld circa 6,5 keer per maand en besteed gemiddeld per bezoek € 45,-. Een unieke autobezoeker komt gemiddeld 3,5 keer per maand en besteed gemiddeld per bezoek € 130,-. De autobezoeker zorgt daarmee nog steeds voor de meeste bestedingen, ook als rekening gehouden wordt met meerdere bezoekmomenten. Echter, de (unieke) autobezoeker is nog steeds ‘slechts’ een onderdeel van de totale mobiliteitsmix. Bovendien zijn de verschillen per centrum groot. De conclusie dat de voetganger en fietser belangrijker zijn dan gedacht heeft betrekking op deze unieke bezoekers én over deze modaliteit gezamenlijk (niet apart). Ze komen vaker, zijn loyaler aan het centrum (en het vervoersmiddel) en dragen daardoor over meerdere bezoekmomenten meer bij dan als uitsluitend naar de ‘platte’ verdeling van vervoersmiddel wordt gekeken. Benadrukt moet worden dat ons onderzoek geen inzicht geeft in het aandeel van de totale omzet. Om dit te kunnen bepalen is bijvoorbeeld een koppeling met bezoekersaantallen nodig. Dit was geen onderdeel van het basisonderzoek. In een verdieping per centrum of in het vervolg is dit wel mogelijk, mits we deze bezoekersdata op een uniforme en betrouwbare manier kunnen meten. Hier zijn verschillende methoden voor, met ook voor- en nadelen. Deze optie verkennen we verder in de tweede ronde.
Wil jij met jouw stad meedoen aan de nieuwe ronde van het onderzoek mobiliteit en bestedingen? Klik hier voor meer informatie!
